Egmond (:) Rinnegom
De duiding van de naam Eg-mond is enerzijds complex en anderzijds heel eenvoudig . Om met dat laatste te beginnen [:] zij refereert aan haar ligging [:] nabij / aan de monding van een rivier de Eg = (het) IJ . Hoezo Eg = (het) IJ (?) en waarom zou dat een rivier-naam zijn ?. Daar schemert al iets door van de complexiteit . Maar die zit ook in mond(ing) // want deze naams-vorm “past niet in dit gebied” ( althans [:] het behoeft een verklaring ) // want in de kust-streken is het normale woord ( in geografise namen ) voor een (rivier-)monding mui(de)- ; zoals (bijv.) IJssel-muiden en Diks-muide .
Dat probleem(pje) werk ik hier niet uit // maar sluit mij aan bij de opvatting , dat dit frankise element (- frank-germaanse element -) met grote waarschijnlijkheid is toe te schrijven aan de invloed van de kloosterlingen die in Egmond bivakkeerden (diff. [:] R. Rentenaar in Naamkunde jg. 10 (1978) , bz. 334
[ → http://duinenenmensen.nl/wp-content/uploads/2015/03/Rob-Rentenaar-1978-toponymen-egmond1.pdf ]
(- ook na te lezen in de dbnl [ digitale bibl. (voor de) nederlandse letteren ] ; met enig zoekwerk -) .
In dat artikel schemert ook iets door van de oeverloze discussies rond deze naam [:]
« Vroeger heeft men een samenstelling met –mond van de hand gewezen omdat men van geen monding wist . »
Hier hoor ik een naamkundige die – als ik het goed interpreteer – er op wijst dat naamkundgen door o.a. (?) historisch-geografen (?) niet gehoord worden of gehoord wilden worden . En misschien is het ook tekenend voor de verhouding tussen beide wetenschaps-disciplines in Nederland .
Evenals dat de afdeling Naamkunde van het Meertens Instituut niet meer bestaat // heeft ook de heer Rentenaar zich in zulk lot moeten schikken [:]
Nochtans mogen wij profiteren van zijn gedachte-goed (- afhankelijk van ieders (vak-) bekwaamheid -) .
En is het waarde-vol zijn mening over “het Oer-IJ” te memoreren (- en men bedenke , dat “Oer-IJ” een neologisme is uit “deze” tijd [:]
[ – in het artikel van Rentenaar komt het niet voor (!) ; behoudens in de titel van een artikel genoemd in zijn literatuur-lijst [:] Zagwijn (1971) –] ,
en waaraan men te pas en te onpas een draai kan geven in de gewenste [redeneer-]richting -) .
Rentenaar [:]
« Aan deze restgeul of in ieder geval aan een opening in de duinen die misschien nog tot de negende of tiende eeuw bestaan heeft , lag het oorspronkelijke Egmond . » (bz. 334)
Dus het begrip “Oer-IJ” is waarschijnlijk geïntroduceerd om in geologise termen in 7-mijls laarzen door de geschiedenis heen te kunnen stappen .
Terug naar de naam-geving van Eg-mond .
Van-wege het element –mond in die naam is deze naam te karakteriseren als een anomalie (“in het landschap”) . Doordat Eg- niet echt rijmt met een franko-germaanse origine (– // want niet bekend in die taal [– grosso modo mag het nederlands (ABN) als een loot aan die stam beschouwd worden –] –) duidt dit op het hybride karakter van die naam .
Zulke namen komen vaker voor // maar zijn vaak niet eenvoudig te onderkennen [:] slechts in die gevallen waarin men voldoende kennis heeft van verschillende talen waaruit die naam is samen-gesteld .
Bekijk bijvoorbeeld Strass-bourg , de huidige frans-talige naam voor Straats-burg . De verfransing heeft er voor gezorgd dat het laatste element slechts begrijpelijk is vanuit “frans-talig begrip” ( bourg ) // maar verraadt Strass- dat dit element een “andere herkomst” heeft (- vgl. frans étrange (:) engels strange -) ; inderdaad een strange element is .
Zo-ook is dit het geval bij Eg- ; een strange element dus .
Van-wege haar onmiddelijke verband met -mond(ing) is de meest logise denk-wijze om allereerst aan een rivier-naam te denken (- zelfs in het geval als men Eg niet kent als rivier-naam (!) -) . Gelukkig zijn er water-namen bekend , waarin dit element Eg voorkomt (- anders ware het bijna ondoenlijk om echt aan te tonen , dat Eg betrekking heeft op een rivier / water -) .
Ik noem er hier twee [:]
[1°]
De Egboet
1575 ( kaart Joost Jansz. Bilhamer ( Beeld-snijder) ;
thans Egboetswater geheten
[ → http://www.recreatieschapwestfriesland.nl/recreatieterreinen/egboetswater ]
[2°]
Boven Egge ; Beneden Egge ; nabij Zuidwolde ( Drenthe ) .
En een paar andere (– “strange” ( strange ) en waarvan ik het verband hier niet duidelijk maak // maar hopelijk toekomstige onderzoekers op het spoor zal zetten en kan inspireren en voor hen begrijpelijk wordt waarom ik deze hier bij voeg –) .
[3°] verschillende “ zege’s ” rondom Elst [:]
Verloren Zeeg ; &c [:] Eldensche Zeeg ; Laarsche Zeeg ; Walzeeg ; Elsterveldsche Zeeg ; Mermsche Zeeg ; Bredelaarsche Zeeg ; Haaldersche Zeeg .
[4°] Segbroek (- een stads-deel van Den Haag -)
Segbrouck was de duin-vallei waar-doorheen de (Haagse) Beek stroomde en waarnaar “Den” (- of beter [:] Die -) Haag ( of beter [:] Hage < Haga) is vernoemd .
Zie de kaart
Door her-interpretatie is die naam verknoeid , of althans “onherkenbaar” ( ondoorzichtig ) geworden .
Dat verband Seg- (:) Haag behoeft natuurlijk nadere uitleg ( // maar dat laat ik hier achter-wege ; doch lees verder [:] verderop zeg ik er nog iets over (- ook weer zonder nadere uitleg -) .
[5°]
De Heij (– waaraan de plaats Ter Heijde ( bij Monster Z-H. ) zijn naam dankt (- nabij de monding van de Maas -) .
[6°]
( …) .
[7°] “Swithardeshaga” .
Beter bekend onder de naam (het) IJ . Dus [:] Suithardes-haga = (het) IJ .
Zoals gezegd [:] ik laat deze namen hier voor wat ze zijn .
En ga er toe over nader op het hybride karakter van die naam Egmond in te gaan .
We stuiten dan op vragen als [:]
[1°] vanuit welke taal dienen wij dat element Eg- te verklaren ?
[2°] wat betekent het ?
[3°] is Eg- een ander woord voor (het) IJ ?
[4°] en waarom zijn er twee woorden voor “hetzelfde object” ? ;
oftewel [:]
[5°] hoe verhouden zich die twee woorden Eg (:) IJ tot elkaar ?
En in een wijder verband [:]
[6°] Wat is dan het verband met Suithardes-haga ?
Om met het [3°] te beginnen [:] ik beschouw eg (evenals ij , aa , ee ) als een ander woord voor (► water ◄) .
Zo bij-elkaar gezet lijkt het èèn zootje ongeregeld // maar isʼt verre van dat .
Het Lexicon van Nederlandse Toponiemen vóór 1200 (Künzel , Blok , Verhoeff ) ziet in dit deel van de naam de mogelijkheid van een waternaam *Egge ( < germaans *agjo ) // maar [ik] ga niet mee in hun reconstructie ( < germaans *agjo ) . Er zit namelijk de stil-zwijgende presumptie in , dat de naam lineā–rectā op het “germaans” terug-gaat // terwijl dat eerst maar eens bewezen moet worden (- en er niet gezien wordt dat het complexer in elkaar steekt [:] er is namelijk een zeer duidelijk “dialect-geografise scheiding” tussen aa (► water ◄) (:) ee (► water ◄) . Het woord aa past heel goed in een franko-germaanse taal-traditie // ¿ maar hoe zit het dan met ee , welk woord aan talloze wateren in Friesland en Zeeland gegeven is ? ¿ Waarom juist in die streken ? ¿ Omdat het een “ingweoonse” (kust-nederlands) verschijnsel betreft ? ¿ Zou het misschien een relict kunnen zijn uit een keltisch substraat , dat zich in een frizoonse [cultuur-]taal (- waaruit later het fries -) [zich] kon hand-haven ? Maar een vergelijkbaar woord kent men niet vanuit de keltise talen . Of ligt dat aan onze gebrekkige kennis van oudere keltise taal-stadia ?
Ik durf te beweren , dat er in de keltise talen wel-degelijk een equivalent voor aa (:) lat. aqua bestond // maar (- ten nadele van de vergelijkende taal-wetenschappen -) nooit (? !) werd gezien of opgemerkt (– // terwijl het ontzaggelijk vaak voorkomt (!) –) ; maar ja [:] keltise talen hebben altijd veel minder aandacht gekregen (- binnen de academise muren -) dan de germaanse (- “we spreken toch immers een germaanse taal (?)” -) en boden meer kansen voor (de) verbeelding dan voor noeste wetenschappelijke arbeid .
Vgl. de plaats [-naam] Seythenex ( sey – thenex ) (:) en de stroom Eau Morte ; waarnaast grieks Θανατος (► (de) dood ◄) (- ¿ wat doet het “grieks” hier in Frankrijk ? -) .
(– en ja , op de frans-talige wikipedia vindt men een andere verklaring [:]
[ → https://fr.wikipedia.org/wiki/Seythenex#Toponymie ] –)
Ook diene men te beseffen , dat de “frizoonse taal” waarschijnlijk bloot-gestaan heeft aan frankise invloeden ( vgl. Nij – megen ) [:] Muiden ( A-muiden ) (:) Wester-emden (:) Emden .
Dan springt Eg-mond eruit met die typise -g- , welke letter ( en klank ) in de naam voor het water – IJ – geheel verloren is gegaan .
(– // maar dan moeten we er van uit gaan , dat Eg en IJ in een onverbrekelijke (ver)band. staan [:] twee verschillende woorden voor hetzelfde object waarin zij in hun naam naar verwijzen –) .
Derhalve is het op zijn minst noodzakelijk om het nauwe verband tussen Eg (:) IJ in ogen-schouw te nemen .
In de Hollandse Rijm-kroniek
[ → http://resources.huygens.knaw.nl/rijmkroniek ]
wordt al in de 11-de vers-regel over het klooster te Egmond gesproken [:]
[r.10] Also als ic bescreven vant / [r.11] Inden cloester tEgmonde (- aldus hs. C -)
[r.10] Also als icket bescreven vant / [ r.11] In den cloester tEcghemonde (- aldus hs. A -)
Hier openbaart zich een verschil te-midden van een middel-nederlandse context dat een verklaring behoeft // immers [:] in het (oorspronkelijke) origineel zal toch aan èèn de voorkeur zijn gegeven .
Van het eerste hand-schrift weten wij wie de kopiist ervan is [:] Mattheus Gerardsz. (- rector te Naaldwijk -) ; en wanneer het voltooid is [:] 27 mei 1390 ; dus ongeveer een eeuw later dan toen het ( èchte ) origineel is neer-geschreven .
Voor hand-schrift A wordt de redenering gevolgd – in het colofōn verwoord (- hier de slot-regels van hs. A -) – dat dit afschrift terug-gaat op de tekst-versie die de schrijver / klerk ( tevens tekst-redacteur ? ) – Wouter – in de periode ca. 1325 – juli 1328 moet hebben vervaardigd ( aldus JWJ Burgers ) [:] [ → http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/rijmkroniek/#source=1&page=13&view=imagePane&size=906&accessor=toc ]
Dan is er prima-facie een reden om aan te nemen , dat tEcghemonde de meer oorspronkelijke “schrift–”lezing is (– // want “A” is ouder dan “C” –) . Bovendien oogt de spelling met -cgh- ouder // omdat wij die ook kennen uit “oud-engelse” stukken . Daarnaast zou ik als uitspraak voor deze letter-combinatie willen pleiten , dat zij een representatie is voor een k-klank direct gevolgd door een [ “nederlandse” ] (harde) -g- , zoals dat ook voorkomt in het schwyzer-dütsch .
Overigens biedt de transcriptie van tEcghemonde de valse schijn , als zou de “E” in het hs. in capitaal zijn geschreven ; hetgeen niet het geval is [:] er staat duidelijk leesbaar tecghemonde .
Het bizondere aan deze optekening is , dat zij in een ( “natuurlijke” ) middel-nederlandse context vermeld staat . Omdat de plaats(-naam) een bizondere positie inneemt vanwege de daar aanwezige abdij en binnen die (klooster-)gemeenschap het latijn een hogere status innam dan de volkse taal “daar-omheen” en de klooster-gemeenschap onder-andere tot missie had de plaatselijke bevolking te bekeren ( tot geloof te brengen ) // is het niet vreemd (te veronderstellen) , dat “de abdij” ook de plaats-naam heeft ingezet om de bevolking “van hun gelijk” te overtuigen . En daarbij waren zij in het voordeel , (om)dat zij (- of althans een deel van hen -) konden schrijven ( en lezen ) .
Het is bekend , dat de “stichtelijke literatuur” ten aanzien van Eg-mond een geheel andere verklaring voor de naam biedt dan de “meer logise” van (► monding van de IJ ◄) . He t “logise” daaraan is , dat die plaats-naam werd ingezet bij hun ( bekerings-)missie (- en daarmee (impliciet) onbetrouwbaarder is (- om de ware oorspronkelijke betekenis van die naam te achter-halen -) .
Hier hebben wij een representant “van de plaatselijke bevolking” ( Wouter den clerc ) die de (geografise) naam vermeldt op de manier zoals het hèm goed-dunkt ( en kent ) en dan valt op , dat hij het eerste lid 2-letter-grepig maakt [:] ecghe [ ec – ghe ] . Van-wege het erop-volgende lid ( –monde ) kan het bijna niet anders dan dat dit betrekking heeft op een water / rivier . En de eerste die daar voor in aanmerking komt , is natuurlijk ( het / de ) IJ .
Over die verhouding ecghe (:) ij valt nog meer te vertellen en uit te zoeken // maar bepaal mij nu tot “het gegeven” , dat ecghe en ij in wezen “dezelfde naam” zijn , doch uit een andere taal-fase . Overigens komt het 2-letter-grepig karakter van de naam ij op 17-de eeuwse kaarten al aan het opper-vlak // want zij schrijven ( vaak ) Het Ye (- dat naar ik vermoed , ongeveer als ie-je werd uitgesproken -) .
Verder bedenke men , dat het huidige Egmond-Binnen niet de oorspronkelijke “Eg-mond” is (!) . De historise plaats-bepaling van het èchte Eg-mond is natuurlijk nauw verweven met de klooster / abdij-stichting . En uit de geschied-schrijving weten wij , dat het klooster her-sticht is op een plek die Hallem was geheten (!) . Dus overeenkomstig die traditie is (het huidige) Egmond(– Binnen ) niet Egmond // maar Hallem . De historise plaats-bepaling van een historisch-geografise aanduiding is zo simpel nog niet (!!!) . Dat een onwetende door zijn (huidige) kennis van de naam Egmond (- en plaats-bepaald is naar zijn hedendaagse kennis -) in de luren gelegd // is een probleem waar niet ieder zich van bewust is .
Het lijkt mij logisch (- // maar weet het niet zeker -) dat het historise Egmond lag nabi j S. Alberts Capel , zoals aangegeven op kaarten van Balthasar Florisz. van Berckenrode [:] ergens ten zuiden van Egmond-op-Zee ; en waar Albertdal mogelijk nog een reminiscentie van / aan is .
In dit verband kan ik het niet nalaten om ook wat over die vermeende “Adelbert” wat te memoreren . Niet wordt ingezien , dat dit een tamelijk niets-zeggende naam is (- // want ogenschijnlijk niet geïdentificeerd met een historisch ( wààr-geleefd hebbend ) persoon -) . Er zijn echter tradities die zich duidelijk uitspreken wie achter deze “niets-zeggende” naam verscholen gaan . Ja , in mèèr-voud (!) . (De naam) Adelbert zegt in-feite niets meer dan dat hij een “edel / adel(lijk)” persoon was / is door zijn “edele” / heldere geest ( vgl. engels bright ) . Natuurlijk zou hij zo ook werkelijk geheten kunnen hebben // maar er zijn andere tradities die daar een andere invulling aan geven . Aangezien het klooster verplaatst is en de beenderen van de heilige natuurlijk ook mee moesten verhuizen (- anders kon hij niet meer vereerd worden -) // is het niet vreemd , dat de oorspronkelijke persoon ( personage ) vergeten kon worden . Om die tradities niet obscuur te laten worden , noem ik ze hier [:]
Voor de ene volsta ik met een verwijzing naar Balthasar Huydecoper , waar hij verwijst naar Gerard van Loon [:]
[ → https://books.google.nl/books?id=z4NFAAAAcAAJ&pg=PA238#v=onepage&q&f=false ]
De ander is niet minder interessant [:]
[ → http://www.narrative-sources.be/result_auteur_en.php?auteur_id=1513 ]
en vink dan het vakje bij NL0540 aan met daarbij genoemd de hand-schriften waarin het “Verslag van een bezoek van (abt) Floris Utenhage aan Engeland” is opgenomen [:]
[ → http://www.narrative-sources.be/naso_link_en.php?link=2100 ]
Naast zijn diplomatike taak (- [:] Jan , de zoon van graaf Floris (V) naar Holland te halen -) heeft Floris Utenhage , abt van Egmond , ook een bezoek gebracht aan de abdij te Bury-St.Edmunds en waar hij een kroniek heeft gelezen waarin stond , dat (st.) Adalbertus – patroon van de abdij te Egmond – de broer is geweest van Eadmund (- naar wie de plaats Bury-St. Edmunds is genoemd -) .
De engelse wiki-pagina over deze koning Edmund [ → https://en.wikipedia.org/wiki/Edmund_the_Martyr ] begint heel goed [:]
« Almost nothing is known about Edmund .» , dat zijn pendant heeft in de nederlandse [:] hij komt daar niet voor . Laat staan zijn broer .
En dan nu eindelijk – last but not least – Rinnegom .
Talrijke namen op -heem (- / -hem -) verwijzen in hun naam naar een persoon (- denkelijk de “grote man” achter de stichting ervan -) , zoals in het geval van Hilversum , genoemd naar ene Hilvert ( Hilbert ) . In dergelijke gevallen is het plaats-bepalende woord heem gekoppeld door een < GEN. > [-uitgang] –(a/e)- s ( genitief- s ) aan een persoon(s-naam) . Zoals dat bij-voorbeeld ook het geval is bij Farmsum ( ± 1000 Fretmarashem ) .
Rinnegom past daar niet bij .
Van Berkel – Samplonius ( 1989 ) schrijven [:]
« 11e E (1420) Rinighem ; 1162 Rinnighem ; 1348 Rinninghem ; bet.: heem ʼwoningʼ van de lieden van PN Rinno . De naam Rinno is een verkorte vorm , een roepnaam , van namen als Reinhard enz. Andere verklaringen brengen de naam in verband met een vermeende Rijnmond in de streek bij Egmond . Hier bestaan echter geen echte aanwijzingen voor . »
Ter toelichting [:] daarbij is -ing op te vatten als een < GEN. – meervoud [:] (► lieden van [ .. ] ◄) .
Zij geven hier echter geen verklaring voor het feit , dat in die oudste optekeningen geen -ing is overgeleverd .
Rentenaar (bz. 339) geeft uit een 12-de eeuws overzicht van abdij-inkomsten de vermelding (..) et in Rinneggem (…) . Zeer frappant in deze schrijf-wijze is de “dubbele n” èn “dubbele g” . Waarschijnlijk was de h-klank weg-gevallen , of “in de vòòr-gaande -g-” opgegaan . Mits-dien lijkt het mij helemaal niet zo onwaarschijnlijk , dat in -egg- de naam voor de rivier schuil-gaat , de ons wel-bekende (het) IJ ; en om specifiker te zijn [:] achter het eerste deel van de naam schuil gaat [:] (de) Rijn [ – ij ] .