Nehalennia (04)
Dus [:]
¿ hoe bepaal je in een woord – waarvan je / men de betekenis niet kent en uit een taal die je /men niet kent – de syllabise structuur // opdat je het woord op juiste wijze kan leren opdelen en begrijpen ?
Een methode is [:] patroon-herkenning door vergelijking met vergelijkbare namen / woorden .
1. Wij weten dat het een godin is ( // want staat in de inscriptie [:] dea ) ;
- dat zij dus van vrouwlijke kunne is ; het-geen ook in de inscriptie tot uitdrukking komt in de slot– a ( in de < □ NOM. > ) [:] < □ NOM. > NEHALENNIA
- de inscriptie (ge)regeerd wordt door latijnse grammatica-regels [:] DEAE NEHALENNIAE < ABL . sing. >
- dan-ook verwacht mag worden dat de morfologise opbouw aan dezelfde regels onderhevig zal zijn [:}
Mits-dien is het voor-de-hand-liggend een vergelijking te trekken naar latijnse mythologise figuren als Proserpina en Fortuna , die morfologisch doorzichtig zijn [:]
PRO ╪ SERP ╪ INA ;; FORT ╪ UNA //
en daarnaast ook gewone persoons-namen , zoals
AGRIPP ╪ INA [f.] , de vrouwelijke pendant van AGRIPPA [m. !] ;;
POMP ╪ ONIA .
Op vergelijkbare wijze redeneerde H. ( Hendrik ) Kern ( 1833 ~1917 ) (- in de Taal- en Letterbode , jg. 2 ( 1871 ) -)
[ → https://books.google.nl/books?id=PXs_AAAAYAAJ&pg=PA89 ] ( bz. 89 ~100 )
op bz. 92 [:]
« Dewijl we weten den naam of titel eener godin voor ons te hebben , moeten we onwillekeurig gissen dat het laatste gedeelte , ennia enz. , wel eens overeen kon komen met ons in , in koningin en dergel . »
en gaat vervolgens dieper in op dit suffix . Zo schrijft hij ( waarbij betekenis-omschrijvingen zijn omgezet naar mijn systeem ) [:]
« In de taal der Salische Franken ( Oudnederlandsch ) vindt men nia regelmatig achter den stam gevoegd ; dus van litu (► lijfeigene ◄) litunia (► vrouwelijke lijfeigene ◄) ; van liudi (► volk , persoon ◄) , liudinia (► vrouw ◄) ; van stam ambahta ( ambahtia) , ambita (► dienstman ◄) , ambahtania , ambitania , ook ambahtonia , waar de slot-a des stams reeds in o is overgegaan ; van hōreg , hōrog (► een horige ◄) komt hōregania (► hoorige vrouw , dienstmeid ◄) . In het Oudnoordsch levert âs , hemelgeest , het vrouwelijke âsynja op ; vargr , vargynja . »
Hij komt zelfs tot de slot-som dat de verscheidenheid aan vormen zelfs verbiedt in ennia iets anders te zoeken dan een afleidings-bestanddeel . En houdt dus nehal over dat hij verder “ontleedt” .